‘Marie en Sjeng’ is het verhaal over een echtpaar dat in een schraal maar hoopvol tijdsgewricht een nieuw bestaan weet op te bouwen, ver weg van de geboortegrond.
Zo begint de flaptekst van het boekje over mijn grootouders dat ik voorjaar 2024 afrondde. Het zaadje werd jaren geleden geplant, toen bleek dat mijn oma amper of kon lezen en schrijven. Als vrouw van een krantendirecteur: hoe bestond het! En niemand die het geweten had. Ik besloot in haar leven te duiken. Hoe en in welke omstandigheden was ze opgegroeid? Waren er meer vrouwen zoals zij? En wat is dat eigenlijk, laaggeletterd? Ik speurde in talloze archieven, reisde een paar keer naar haar geboorteplaats Blerick en las over dienstmeisjes, de wederopbouw en de opkomst van het volwassenonderwijs in de jaren zeventig. Ik verdiepte me ook in de persgeschiedenis, om te begrijpen hoe het kon dat mijn opa als werknemer van de Venlosche Courant na de bevrijding niet meer welkom was in Blerick en omgeving. En het hele gezin verhuisde naar het verre Twente.
Ik besloot er een mooi boekje van te maken. Voor mijn familie. Zodat het verhaal van Marie en Sjeng bewaard zou blijven. En als ode aan vrouwen zoals Marie, in zekere zin een verloren generatie, schrijf ik in de flaptekst. ‘Maar zonder wie de wederopbouw een stuk langer had geduurd.’
Dit familieverhaal inspireerde mij een boek te schrijven over laaggeletterdheid in Nederland, waarin ik laaggeletterden volg in hun leven. ‘De vrouw zonder handschrift’ verschijnt najaar 2025 bij uitgeverij Balans.
Oplage: 50 exemplaren
Vormgeving: Fridy Visser Knof
Druk: Boekenmakers