VNG Magazine nummer 8, 18 mei 2018
Een verslaafde en agressieve zwerver opsluiten helpt niet, constateerde de gemeente Bergen op Zoom. Ervoor zorgen wel. Minder mensen vallen tussen wal en schip en er is meer zicht op waar het misgaat.
Frank Petter was nog maar kort burgemeester van Bergen op Zoom toen hij in 2013 met een aantal ambtenaren poolshoogte ging nemen op een beruchte hangplek voor zwervers, op nog geen kwartier lopen van het Stadskantoor. Hij schrok van wat hij zag. Overal vuilnis, mensen die rondhingen of sliepen tussen de bomen en struiken. Buurtbewoners en winkeliers waren het zat, de dak- en thuislozen die de weelderig begroeide groenstrook gebruikten om te overnachten, te drinken en als toilet. Ze stalen bier in de Albert Heijn, vielen voorbijgangers lastig met agressieve opmerkingen en zorgden onder invloed van drank en drugs voor gevaarlijke situaties. Petter, vijf jaar later: ‘Het was al snel duidelijk dat het niet alleen een veiligheidsprobleem was, maar ook een maatschappelijk probleem. Ik beloofde: dat gaan we met elkaar oplossen.’
Het blijft natuurlijk zo dat boeven gewoon gepakt moeten worden
Gemeenten kiezen steeds meer voor een gecombineerde aanpak van veiligheid en zorg als het gaat om verbeteren van de leefbaarheid in de buurt. In Bergen op Zoom, centrumgemeente voor de maatschappelijke opvang voor zes gemeenten in West-Brabant, betekende de groeiende overlast van dak- en thuislozen het kantelpunt. Een straatteam, uitbreiding van het alcoholverbodsgebied en strenge handhaving op alcoholgebruik zorgden voor de eerste verlichting. Het straatteam werd begin 2016 opgevolgd door het OGGZ-team (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg), de spil van het huidige integrale zorg- en veiligheidsbeleid. Professionals van GGZ, verslavingszorg, maatschappelijke opvang, maatschappelijk werk, GGD én de politie werken erin samen. De twee belangrijkste taken: ervoor zorgen dat mensen zorg, begeleiding en ondersteuning krijgen en voor wie dat op korte termijn niet lukt op een andere manier helpen. Onder die laatste groep vallen bijvoorbeeld vaak langdurig daklozen.
Een puur strafrechtelijke of juridische aanpak werkt vaak niet. Burgemeester Petter in zijn werkkamer op het Stadskantoor: ‘We zijn steeds beter gaan inzien dat het ook gaat om zorg, en soms zelfs vooral om zorg. Al blijft het natuurlijk zo dat boeven gewoon gepakt moeten worden.’
Zorg- en Veiligheidshuis
Het OGGZ-team heeft als uitvalsbasis het Zorg- en Veiligheidshuis. Wethouder Yvonne Kammeijer (Zorg) woonde een aantal casusoverleggen bij toen zij een dag meeliep met het OGGZ-team. ‘Mensen met allerlei achtergronden bespreken de mogelijkheden met elkaar. Doordat alle partijen vertegenwoordigd zijn, kunnen veel meer cases integraal worden opgepakt in onderling overleg tussen de procesregisseur van het Zorg- en Veiligheidshuis en de coördinator van het OGGZ-team. Dat is fantastisch.’ In onderling overleg wordt bepaald wie welke casus doet. In de praktijk gaan de zware gevallen naar de medewerkers van het Zorg- en Veiligheidshuis. ‘Omdat je elke keer afstemt, vallen er geen mensen meer tussen wal en schip omdat ze te zwaar zijn voor de OGGZ of te licht voor het Zorg- en Veiligheidshuis.’
Op de camping
Als je het niet weet, zie je hem niet: een gekantelde container, op een verlaten plek achter het politiebureau en aan de rand van een verlaten tenniscomplex. Vlak ervoor staat een in vrolijk oranje gespoten Dixie-toilet, op de platgetrapte aarde slingert afval. Hier mogen zwervers drinken en worden ze niet opgejaagd, een lokkertje om ze weg te krijgen uit de groenstrook. ‘Met een stok en een worst’, zoals burgemeester Petter dat noemt.
In de beschutting van de overkapping staat een bankje, bezet door drie mannen en een vrouw, Petra. Ze roken een shagje en drinken bier. Marleen Verkamman, coördinator van het OGGZ-team kent ze alle vier en vraagt aan Petra waar ze nu slaapt. ‘Op de camping’, antwoordt ze. ‘Ga je binnenkort ergens wonen?’ vraagt Verkamman, doelend op pogingen haar onder dak te krijgen. Het antwoord blijft uit. ‘Ik word GEK van iedereen’, spuwt Petra. ‘Ik ga nu zelf Wmo aanvragen.’ ‘Een bed is wel heel fijn hè’, probeert Verkamman. ‘Ja’, beaamt Petra. ‘Maar het is zo druk in mijn hoofd.’
‘De container is geen ideale situatie, maar heeft wel een functie’, legt Verkamman uit als we vertrekken. Hier kunnen zij en haar collega’s wat ze noemen ‘vinden en binden’. Cliënten die kwijt zijn, houden zich vaak hier op, en anders weten anderen waar ze moeten zoeken. En het is een vaste plek om het contact gaande te houden.
Petra is een moeilijk geval. ‘Een heel ontwrichtende dame’, legt Verkamman uit. Ze stichtte brand in haar huis omdat ze boos was op de gemeente en is soms agressief. ‘We zijn al heel lang met haar bezig en hebben al veel aangeboden. Vaak haakte ze op het laatste moment af. Ze is wel zorgverzekerd, maar wil niet begeleid wonen. We werken samen met de Woningstichting en bekijken nu wat voor haar geschikt is.’ Ze is nu wel ambulant in de zorg bij de GGZ.
Elke cliënt van het OGGZ-team is anders en vergt een eigen benadering, maar altijd gaat het met kleine stapjes. Verkamman: ‘De basis moet goed zijn, daar beginnen we mee. Inschrijven, uitkering en zorgverzekering. Dan volgt huisvesting.’ Om dat te bereiken zijn geduld en uithoudingsvermogen nodig. ‘Je moet vertrouwen opbouwen en contact maken. Zoiets simpels als inschrijven, kan betekenen dat we iemand ’s ochtends moeten gaan zoeken, aan de hand moeten nemen en dat hij er dan op het laatste moment vandoor gaat. Dan beginnen we gewoon opnieuw. Omdat het OGGZ-team niet gefinancierd wordt op basis van geslaagde toeleidingen of op basis van indicaties, kunnen we op deze manier werken.’
De harde en de zachte kant zitten op dezelfde verdieping
Tekenend voor het integrale beleid van de gemeente is de functie van Jan-Willem Labruyère, senior beleidsadviseur in het team Veiligheid, Handhaving en Toezicht én het team Maatschappij. ‘De harde en de zachte kant zitten hier op dezelfde verdieping.’ Hij werkt op de kamer van collega’s van Veiligheid en heeft net zo makkelijk contact met een collega van Bouw- en Woningtoezicht als met medewerkers van de Woningbouwcorporatie en de GGZ. Deze middag fietst hij naar een afspraak met de verslavingszorg en de GGZ voor overleg over cliënten die te psychiatrisch zijn voor de verslavingszorg en te verslaafd voor de psychiatrie. Wat kunnen ze voor hen doen?
Uit dit soort kruisbestuivingen ontstond de Spoedeisende Psychiatrische Onderzoeksruimte (SPOR), waar mensen met verward gedrag die voorheen in een politiecel belandden terwijl ze geen strafbaar feit gepleegd hadden, worden beoordeeld door de crisisdienst. En zo ging ook een proef van start met een beschermde woonvorm voor mensen die nergens anders terechtkunnen omdat ze te ontwrichtend zijn. Zwaar verslaafden, mensen met ernstige verzamelwoede.
Labruyère, een belangrijke aanjager van het geïntegreerde beleid in Bergen op Zoom, gelooft sterk in deze werkwijze en ziet de resultaten. Sinds de start van het OGGZ-team heeft ruim driekwart van de daklozen een zorgverzekering en krijgen per jaar twee keer zo veel mensen zorg of ondersteuning, terwijl er meer tijd per casus werd besteed. Daar waren geld en tijd voor omdat er andere tariefafspraken met de GGZ-aanbieder zijn gemaakt en de overlegstructuur is veranderd. ‘We vergaderen nu minder maar efficiënter.’ Zwaardere gevallen krijgen nu meer aandacht. Neem de man die een wethouder bedreigde. ‘Na overleg in het Zorg- en Veiligheidshuis rees het vermoeden dat hier meer speelde en ging het OGGZ-team erop af. Zo kwam de juiste hulpverlening op gang, wat beter is voor zowel de persoon in kwestie als de omgeving.’
In de voorheen beruchte groenstrook houden zich soms nog enkele daklozen op en bewoners signaleren af en toe een auto van een dealer. ‘Maar de overlast is echter verminderd.’
beeld: © Erald van der Aa