De vrouw zonder handschrift

Trudi en ik kenden elkaar nog geen half uur toen ze met betraande ogen naar mij opkeek. Ze reageerde op iets in het poesiealbum van mijn moeder dat ik had meegenomen en nu op Trudi’s keukentafel lag. ‘Ik word er koud van’, zei ze zachtjes. Ik schrok. Had ik niet zo met de deur in huis moeten vallen?

Zo begint het boek waaraan ik sinds een paar maanden werk en dat in september 2025 verschijnt bij uitgeverij Balans. Het gaat over laaggeletterdheid: mensen die moeite hebben met lezen, schrijven en rekenen. Die liever 40 kilometer fietsen dan een treinreis maken omdat ze de borden niet begrijpen, die voor een afspraak met de oncoloog de dag ervoor alvast de route in het ziekenhuis verkennen, zodat ze niet in paniek raken. Die op elke afspraak sowieso veel te vroeg komen. Die in een restaurant zeggen dat het ze niet uitmaakt wat ze eten: ‘bestel maar wat’, die geen punten, komma’s en hoofdletters schrijven omdat ze niet weten waar ze precies horen dus ze maar helemaal weglaten, die de eerste twee letters van een woord herkennen en de rest gokken. Die brieven van de gemeente en Belastingdienst ongeopend laten. Die aan het einde van de dag hondsmoe zijn van alle smoezen en trucjes. Mensen die zich kapot schamen omdat ze horen: hoezo moeite met lezen en schrijven, iedereen in Nederland moet toch naar school? En er dus maar het zwijgen toe doen.

Mijn oma Marie was laaggeletterd, bleek jaren na haar dood uit het poesiealbum van haar oudste dochter, mijn moeder. Daarin had Marie nooit geschreven. De voor haar gereserveerde pagina is altijd blanco gebleven. Het was dat poesiealbum dat ik meenam naar Trudi, zoals hierboven beschreven. Trudi was ook laaggeletterd, maar heeft zich met veel doorzettingsvermogen de geletterde wereld in geknokt. Ze leest nu boeken. En helpt mij begrijpen wat dat is, moeite hebben met lezen en schrijven. Ze gidst mij door haar verleden.

In ’De vrouw zonder handschrift’ volg ik mensen zoals Trudi. Geboren en opgegroeid in Nederland, naar school gegaan, maar ergens de boot gemist. Ik zit ze op de huid, spreek met ze af, bezoek de taallessen die ze volgen, kom bij ze thuis, vraag honderduit. Onderzoek waarom er 1,6 miljoen mensen zijn die hier zoals Trudi geboren en getogen zijn, maar zich niet goed kunnen redden in het dagelijks leven. Trudi’s voorbeeld ten spijt zal de meesten dat, zoals het er nu naar uitziet, ook niet lukken. Wat betekent dat voor hen, voor de maatschappij waarin we leven? Ik onderzoek hoe dat werkt in ons brein: lezen. En of het op latere leeftijd nog kan goed komen. En waarom er al veertig jaar (!) wordt gestreden tegen wat functioneel analfabetisme werd genoemd.