Kunst of kitsch kopen op een veiling is spannend, leerzaam en… nog leuker dan je denkt. Een dik gevulde portemonnee is niet nodig. Een beetje voorbereiding wel.
Het is vrijdagochtend en in de veilingzaal van Veilinggebouw De Zwaan in hartje Amsterdam zoeken de eerste bezoekers van die dag een stoel, de catalogus en hun biednummer op schoot. Aan de tafel op het kleine podium nemen ook de notaris, veilingmeester Babette van den Brink en haar medewerker plaats. Van den Brink controleert of alle lijsten met kavelnummers er zijn en overziet de zaal. Ze heeft vrij zicht op de bezoekers, tien medewerkers die de telefonische biedingen zullen ontvangen en de medewerker die vanachter zijn laptop de online biedingen zal volgen.
De najaarsveiling is al negen dagen aan de gang, maar deze ochtend zijn de verwachtingen extra hoog gespannen. Straks komt kavel 2811 onder de hamer, een kapitale, 44,5 cm hoge vaas van Chinees porselein. Een van de medewerkers had de vaas min of meer bij toeval ontdekt in de boedel van een adellijke familie, in een kast achter de kerstverlichting. Dit type vaas kon tien tot twintigduizend euro doen, wisten ze bij De Zwaan, maar op een veiling weet je het nooit.
De ‘penis’ van Wolkers brengt drie keer zoveel op
De Zwaan (“sinds 1818”) houdt drie tot vier keer per jaar een grote kunst- en antiekveiling. Voorafgaand aan elke veiling zijn er zoals in alle veilinghuizen kijkdagen. De vijf verdiepingen van het sfeervolle grachtenpand staan elke keer bomvol. Van schilderijen, Aziatisch antiek en zilver tot keramiek, design, meubelen, tapijten en klokken. Alles voorzien van een nummer en met foto beschreven in de catalogus. Deze keer is er ook tribale kunst of etnografica, afkomstig uit de nalatenschap van Jan Wolkers. Topstuk uit de collectie is een opengewerkte sculptuur, in de lokale taal ‘penis’ genoemd. Later blijkt dat het beeld met zesduizend euro ruim drie keer zoveel heeft opgebracht als geschat. ‘Vanwege de herkomst’, weet veilingmeester Van den Brink. ‘In de zaal zaten mensen die ik nog nooit eerder had gezien en waarschijnlijk alleen boden omdat het van Jan Wolkers geweest was. Bovendien was er een foto van Wolkers met het betreffende beeld.’
Naast herkomst bepalen de zeldzaamheid en de kwaliteit de prijs. Van den Brink geeft een voorbeeld uit een vorige veiling, een schilderij van een liggend naakt van de redelijk onbekende schilder Willem Wouters. ‘Mooie, zachte kleuren, een echte eye catcher voor boven de bank.’ Het doek werd afgeslagen voor 18.000 euro. ‘Veel geld’, glimlacht ze. ‘Maar een plezier om elke dag naar te kijken. Vroeger werd kunst vooral gekocht op naam van de schilder, nu is de voorstelling ook heel belangrijk. Een herfstig bos is minder waard dan een bollenveld, een winterlandschap is minder populair dan een zomers tafereel. Beschadigingen kunnen de waarde behoorlijk verminderen, maar als het om iets zeldzaams gaat, is dat weer relatief.’
Naarmate het bedrag stijgt, wordt het stiller in de zaal
De Chinese vaas, het topstuk van deze vrijdagochtend, is puntgaaf. Als een foto ervan op het grote scherm verschijnt, kan het bieden beginnen. Van den Brink scant met een adelaarsblik de zaal, waar bieders hun nummer ophouden, knikken of het hoofd schudden ten teken dat ze niet meer meedoen. De medewerkers aan de telefoons en achter de laptop doen hetzelfde. De prijs gaat stapsgewijs omhoog. Eerst met 500, dan met 1000 per keer. ’10.000?’, vraagt de veilingmeester. ’10.000 online is geboden’, ’11.000 in de zaal’, ’12.000 online’. Naarmate het bedrag stijgt, wordt het stiller in de zaal. Als de telefonische en online bieders het voor gezien houden, gaat het tussen twee bieders in de zaal. Bij 25.000 euro slaat de veilingmeester af. Verkocht!
Na elf dagen zijn er bij De Zwaan meer dan 3.500 kavels onder de hamer gegaan. Ook spullen die voor een prikje zijn verkocht. Een vaas met Escherprint voor 40 euro, een doos vol glaswerk voor 20 euro. De balie op de begane grond is nooit zonder klanten: gelukkige eigenaren van kunst of kitsch die meteen betalen en, als het niet te groot is, de buit onder de arm mee naar huis nemen. Eind maart is er weer een veiling
Vijf tips voor beginners
1. Bezoek eerst een of twee keer een veiling zonder te bieden. Daar steek je al veel van op. Kijkdagen en veilingen bezoeken kost niks en bieden is niet verplicht.
2. Ga altijd naar een kijkdag, ook bij een online veiling. Wat op een plaatje betoverend lijkt, kan in werkelijkheid tegenvallen. En je kunt het veilingpersoneel vragen naar de verwachte belangstelling en opbrengst.
3. Echt of niet echt? Oud of niet oud? De meeste veilinghuizen hebben experts in dienst die zo nodig onderzoek doen naar de maker, jaar van productie enzovoorts. Onzekerheden vermelden ze in de catalogus. Heb je iets gekocht en meen je later te ontdekken dat de informatie van het veilinghuis niet klopte? Vaak mag je binnen een bepaalde termijn verhaal halen.
4. Spijt van je aankoop of uitgekeken? Bij sommige veilinghuizen mag je je aankoop later altijd weer te koop aanbieden. Winst is natuurlijk niet gegarandeerd.
5. Alle veilinghuizen hanteren zogenaamd opgeld voor zowel koper als verkoper. De veilingprijs wordt verhoogd met een bepaald percentage. De hoogte van het opgeld hangt af van het veilinghuis en kan oplopen tot 35 procent.
Gepubliceerd in AOb!Plus, februari 2018
Lees hier het hele artikel